Nieuwsflits geeft je direct inzetbare werkvormen waarmee je in weinig tijd een actueel nieuwsitem in de klas kunt bespreken.
Je behandelt in drie eenvoudige stappen stellingen en vragen die ruimte geven voor gesprek. Door Nieuwsflits in te zetten stimuleer je leerlingen om hun emoties te uiten, andere perspectieven te bekijken en een eigen mening te vormen.
Nieuwsflits is makkelijk in te zetten aan het begin van een (mentor)les of als dagstart. Nieuwsflits wordt 2 keer per week geüpdatet.
In Australië wordt vanaf 10 december sociale media verboden voor kinderen tot 16 jaar. Meer dan een miljoen accounts worden geblokkeerd. Veel jongeren maken zich zorgen, omdat ze platforms zoals Instagram, TikTok en Snapchat dagelijks gebruiken. Ze zijn bang dat ze niet meer weten wat ze in hun vrije tijd moeten doen. Het verbod geldt voor tien bekende platforms. Apps zoals WhatsApp en Roblox mogen voorlopig nog wel, maar misschien worden die later ook verboden. De bedrijven achter de platforms moeten zelf controleren of gebruikers oud genoeg zijn. Ze doen dat met identificatie, bankgegevens, gezichtsscans of algoritmes. Doen ze dat niet goed, dan krijgen zij een boete. Kinderen en ouders worden niet bestraft. Niet iedereen is blij met het verbod. Sommige groepen proberen het via de rechter te stoppen. Jongeren denken bovendien dat veel kinderen manieren zullen vinden om het verbod te omzeilen, bijvoorbeeld met een VPN. Toch zegt de regering dat het nodig is om kinderen beter te beschermen. Ondanks dat de meeste jongeren niet blij zijn met het verbod, zien sommigen het als een kans om minder online te zijn en meer tijd met vrienden door te brengen. Wat vinden jouw leerlingen van dit nieuws? Bespreek het met de korte werkvorm ‘Kruip in je rol'.
Binnenkort wordt iets bestellen bij een Chinese webshop waarschijnlijk duurder. Het kabinet wil een speciale pakkettoeslag invoeren voor pakketjes van buiten de Europese Unie. Deze toeslag is nodig omdat de douane het veel te druk heeft. Er komen elke dag bijna een miljoen pakketjes binnen, vooral van grote Chinese webshops zoals AliExpress, Temu en Shein. De douane kan daardoor haar werk niet goed meer doen. De toeslag is 2 euro per product. In een gemiddeld pakket zitten drie verschillende producten, dus dat wordt ongeveer 6 euro extra. Zo hoopt het kabinet dat mensen minder bestellen en dat Nederlandse winkels meer kans krijgen. Veel pakketjes gaan via Nederland naar andere EU-landen. Daarom willen ook Frankrijk, België en Luxemburg snel dezelfde toeslag invoeren. Als zij dat niet doen, is de kans groot dat nóg meer pakketjes via Nederland komen. De toeslag moet worden betaald door bezorgbedrijven, maar die zullen de kosten waarschijnlijk doorberekenen aan klanten. Het voorstel ligt nu bij de Raad van State. Wat vinden jouw leerlingen van dit nieuws? Bespreek het met de korte werkvorm ‘Emojis'.
Het geld voor onderzoek naar long covid in Nederland raakt bijna op. Het speciale potje van 40 miljoen euro is aan het eind van dit jaar leeg, terwijl er nog geen medische oplossing is voor de ziekte. Wetenschappers zijn bang dat belangrijke kennis verloren gaat als er geen nieuw geld komt. Zij moeten dan onderzoek gaan doen naar andere ziektes waar wel geld voor is. In Nederland hebben bijna een half miljoen mensen longcovidklachten. Sommigen patiënten kunnen niet meer werken, sporten of zelfs uit bed komen. Toch is de aandacht vanuit de politiek flink afgenomen. Een beloofd debat in de Tweede Kamer over long covid wordt steeds uitgesteld. Afgelopen zondag er op het Malieveld in Den Haag geprotesteerd door mensen met long covid en andere ziekten zoals ME/CVS en Q-koorts. Honderd lege rolstoelen laten zien hoe groot het verborgen leed is. Patiënten maken zich zorgen, omdat ook het geld voor speciale longcovidklinieken na 2026 opraakt. Zij vinden dat er een duidelijke strategie moet komen, net zoals in Duitsland, waar veel meer geld wordt vrijgemaakt voor onderzoek. Wat vinden jouw leerlingen van dit nieuws? Bespreek het met de korte werkvorm ‘Kruip in je rol'.
Veel Nederlanders denken dat ze online oplichting goed herkennen, maar onderzoek van het ministerie Justitie en Veiligheid laat zien dat ze zichzelf vaak overschatten. Dit geldt vooral voor mensen onder de 34 jaar. Online oplichting, ook wel cyberoplichting, zijn verschillende criminele activiteiten op het internet. Oplichters proberen bijvoorbeeld persoonlijke gegevens te krijgen om zich als iemand anders voor te doen (identiteitsfraude). Of ze gebruiken valse websites om geld, inloggegevens of andere persoonsgegevens te stelen. Een kenmerk is dat er vaak snel gehandeld moet worden, bijvoorbeeld omdat een product “bijna uitverkocht” zou zijn. In het onderzoek bekeken 1800 deelnemers verschillende berichten, zoals e-mails, Whatsappjes, websites en video’s. De helft zag echte berichten, de andere helft nepvarianten. Veel mensen letten op taalgebruik, de afzender en onlogische verzoeken, maar dat blijkt niet altijd genoeg. De overheid waarschuwt dat herkennen van online oplichting steeds moeilijker wordt. Het kan iedereen overkomen. Yoanne Spoormans, cybercrime-specialist bij de politie, adviseert om jezelf tijd te geven de feiten en afzender te controleren en iemand die je vertrouwt mee te laten kijken. Klopt het niet of twijfel je? Klik het dan weg. Wat vinden jouw leerlingen van dit nieuws? Bespreek het met de korte werkvorm ‘Emojis'.
Afgelopen zomer zorgde de tragische dood van de 17-jarige Lisa voor meer aandacht voor veiligheid van vrouwen en meisjes op straat. Door het hele land waren demonstraties onder de campagne ‘Wij eisen de nacht op’. Bij veel gemeenten heeft deze gebeurtenis opgeroepen tot actie. Zo krijgen donkere en verlaten plekken in Rotterdam sinds afgelopen zomer meer aandacht. Dit doet de gemeente door in gesprek te gaan met vrouwen. Zo kwamen ze erachter dat plekken waar veel bosjes of dichte begroeiing is ook vaak als onveilig ervaren worden. Andere grote gemeenten die maatregelen aankondigen zijn Amsterdam en Den Haag. Ze willen meer lantaarnpalen op donkere plekken, of extra cameratoezicht. In gemeente Waterland in Noord-Holland wordt er gewerkt aan een app waarmee inwoners de straatverlichting zelf kunnen bedienen. Nieuwegein voert een lichtscan uit om te bepalen waar verlichting mist. En in Helmond, Maastricht en Ede brengen ze risicogebieden in kaart via bewonersonderzoek. Lokale politici benadrukken wel dat het onmogelijk is om alle risico’s uit te sluiten. Maar we willen nog steeds weten waar vrouwen het onveilig vinden en wat wij daar zelf aan kunnen doen. Wat vinden jouw leerlingen van dit nieuws? Bespreek het met de korte werkvorm ‘Emojis'.